Dag 75, 28/06. Grado - La Espina. 32,5 km
Het ontbijt in Grado was weer lekker uitgebreid, met granen, 4 toasts, youghourt en fruit. Ik ben helaas weer een van de laatsten om te vertrekken, maar vrij snel sluit ik aan bij het treintje van andere pelgrims. De zon komt er al snel door hoewel het niet echt warm is. Het verder verloop van de dag is enigszins vergelijkbaar met gisteren: de hoogte in om te beginnen. Alleen waren de hellingen gisteren vrij matig en vandaag een stuk steiler. Maar telkens als ik boven kom is het uitzicht weer dubbel en dik de klim waard, ‘s morgens nog wat mistig, achteraf niet meer.
De rest van de dag gaat grotendeels over bospaden, eerder smal, constant op en af. Soms hang ik bij het stijgen met mijn neus tussen mijn knieën, maar het pad op zich is schitterend. Het lijkt wel wat op een kermisattractie, op en neer, constant opletten waar je je voeten plaatst op of tussen die stenen. Dit is zoveel camino als je krijgen kunt.
Ik heb een heel pak mensen voorbij gestoken want het lopen gaat vlot, ondanks de moeilijkheidsgraad. Maar als ik ‘s middags mijn boterham opeet defileren ze weer een voor een voorbij. De ondergrond is fel wisselend: van rotsen of grind over asfalt of bosgrond en zelfs een kort stukje zand. Bij het afdalen over een steil rotspad voel ik wel dat mijn knieën nu meer belast worden. Dat wordt uitkijken want er gaan nog veel afdalingen volgen.
Mijn schoenen hebben intussen zelf voor wat extra verluchting gezorgd.
Het grappigste moment van de dag is als ik een huis passeer met een plaatje op de muur: “Opgepast, gevaarlijke kinderen!”
Het staat hier knalvol met de “duivenkoten” die ik de vorige dagen al occasioneel gezien had. Ik herinner me nu van een vroegere reis dat het horreos zijn, kleine voorraadschuurtjes waar graan of maïs bewaard wordt. Het geheim bestaat uit de smalle spitse poten met een totaal vlakke vierkante steen daarboven waardoor muizen en ratten geen kans krijgen.
Salas is het laatste stadje voor mijn einddoel. Ik kom er een stel andere camineros tegen die beweren dat in La Espina alles volzet is. Na wat rond telefoneren krijg ik in albergue El Cruce toch een reservatie. Wanneer ik daarheen vertrek staat Amelie, de jonge Française, me toe te wuiven. Zij moet ook die kant op en zoekt duidelijk gezelschap voor die laatste kilometers. Ik stem in maar moet serieus temperen want ze gaat behoorlijk traag, terwijl ik juist goed op dreef ben.
De herberg in La Espina is klein maar gemoedelijk. Ik word er warm ontvangen door de eigenares die tevens de winkel runt beneden. Handig is dat. Ik was van plan uit te gaan eten maar een medepelgrim, Laura uit Californië, heeft al pasta en saus en kaas gekocht en wil best met me delen. Ik had al soep gehaald en wat zoets als dessert, dus delen we alles onder mekaar, ook de fles wijn die ik er nog snel bij haal. De andere gast is een vieze oude vent die ook komt eten maar slurpt en rochelt, genoeg om je eetlust er bij te verliezen.
Morgen moet ik mijn dag goed voorbereiden want overmorgen volgt misschien wel het zwaarste deel van de hele camino, over verschillende cols, zonder winkels of watervoorziening. Zowel slaapgelegenheid vlak voor en na die etappe als voldoende proviand zijn die dag dus cruciaal.
Indien gewenst kan je je steentje bijdragen via een overschrijving op rek. nr. BE79 1030 8321 2833, met volgende drie opties:
- Wil je mijn camino financieel steunen, vermeld dan ‘Compostela’.
- Wil je Samenzorg steunen, vermeld dan ‘Samenzorg’. (www.samenzorg.nu)
- Wil je Vrijland steunen, vermeld dan ‘Vrijland’ (www.vrijland.be)