Dag 9, 23/04 Nismes - Rocroi

Voila, c’ est parti. Ik ben weer vertrokken. En, eerlijk gezegd, die 4 dagen “tijdverlies” hebben me goed gedaan. Ik heb thuis nog een paar dingen kunnen afwerken, nog wat genoten van het gezelschap van Elly, mijn ‘verkoudheid’ (die meer weg had van een detox reactie) rustig kunnen uitzieken, en met wat extra uren slaap krachten kunnen opdoen voor wat nog allemaal op me afkomt. Zeker geen been gebroken dus!

De eerste opdracht vandaag was mijn verloren documenten oppikken. In Hierges treffen we de heer en mevrouw Leclef, twee eenvoudige maar heel sympathieke mensen. Mevrouw had het plastic mapje met mijn documenten gevonden op enkele meters van hun woning. Ze wist te vertellen dat het mapje nog niet koud en niet vochtig aanvoelde toen ze het vond. Dat moet zeer kort na het verlies geweest zijn. Geen wonder dus dat ik ‘s anderendaags niks teruggevonden heb.

Wat daarna volgde maakte me sprakeloos en geërgerd. Het koppel had zijn uiterste best gedaan om de documenten zo spoedig mogelijk terecht te brengen omdat ze beseften hoe belangrijk die voor een reiziger zijn. Maar de Franse autoriteiten wilden zich niet moe maken aan een Belgische identiteitskaart, en de Belgische politie wou niet optreden bij een verlies op Frans grondgebied. Pittige noot: het koppel woont op 50 meter van de Frans - Belgische grens!!! Met de moed der wanhoop zoekt mr. Leclef dan contact met de hem totaal onbekende bank via mijn bankkaart. De taalbarrière wordt snel overwonnen, en daardoor krijg ik vrijdag, exact 5 minuten voordat ik een afspraak heb op het politiekantoor om aangifte te doen van verlies van mijn rijbewijs, het verlossende nieuws. Chapeau toch ook voor Crelan, die ons vanuit maar liefst vier verschillende hoeken contacteert om ons op de hoogte te brengen. Maar vooral veel respect voor deze lieve mensen die zich het vuur uit de sloffen gelopen hebben om een totaal onbekende uit de penarie te helpen. Ik hoop dat ze genieten van de fles champagne die ik er heb achtergelaten. Hoeft niet, vond monsieur, dat was toch evident? Niet dus! Gelukkig zijn er nog van dit soort fijne mensen op deze wereld. Is het toeval dat ik op mijn camino net dit soort tegenkom?

Van Hierges gaat het naar Nismes waar Elly en ik voor de derde keer afscheid nemen. Het is 11 uur voorbij voor ik van start kan. Voorlopig geniet ik van een waterzonnetje, maar niet voor lang. De caminopijltjes volgen lijkt kinderspel. In Couvin brengen ze me zelfs langs middeleeuwse smalle steegjes tot aan de kerk. Leuk. Maar dan wordt het wat moeilijker: de camino kan twee tegengestelde richtingen uit. Ik kies voor Vezelay / Rocroi. Geen zin in toeristische ommetjes. Tik tak tik tak tik tak… Het ritme van mijn wandelstokken dat me de eerste dagen behoorlijk irriteerde brengt nu eerder rust. Het doet me denken aan het klokje thuis.

Alles gaat goed tot ik een asfaltweg word opgestuurd. Niet zo uitzonderlijk, maar dit stuk duurt toch wel erg lang. Te lang naar camino normen. Blijkbaar zit ik fout en heb ik toch een pijltje gemist. Maar mijn gevoel zegt dat ik de juiste richting uit ga, dus loop ik door. Ik volg een weg parallel aan de autostrade. Mijn gevoel klopt want enkele kilometers verder vind ik een wegwijzer naar Bruly, en dat ligt in de buurt van Rocroi waar ik heen wil. Het weer wordt er niet beter op. De motregen wordt af en toe heviger. Aanvankelijk stelde de regen niet zoveel voor, dus vertikte ik het om mijn regenbroek aan te trekken. Een auto stopt langs me en ik zie de bestuurder ietwat zorgelijk naar me kijken. Le camino? Jawel. En hoe ver is het nog tot Bruly? Een drietal kilometers volgens hem. En van daar nog vijf naar Rocroi, tenminste als ik over de weg loop. Het caminopad is langer en vooral nat en glibberig. Dat heb ik gehoord! Mijn dijen zijn stijf, mijn rug begint pijn te doen omdat mijn rugzak niet evenwichtig geladen is, en ik ben moe. Als ik kort voor Bruly dan toch weer de bekende caminopijltjes tegenkom beslis ik die te laten voor wat ze zijn. Mijn doel vandaag is, ondanks het late vertrekuur, Rocroi te bereiken op een fatsoenlijk uur en in één geheel. St.-Jacob zal het me wel vergeven! Ik krijg geen spijt van die beslissing. In Bruly (twee heuse frietkoten, dus bijna een grootstad !) zijg in neer op een bankje en eet nog een boterham. Ik heb een reuze dorst maar krijg amper iets uit de 3 liter water in mijn camelback (waterreservoir in mijn rugzak) gezogen. (Later bleek dat het kraantje niet goed open stond 😡.) Niks te vroeg want mijn benen worden steeds zwaarder. Maar ik besef dat mijn doel nadert. Om 5 uur passeer ik het bord waarop Rocroi wordt aangekondigd als vestingstad, maar het duurt nog een uur voor ik mijn chambre d’ hôte bereik.

Op de valreep krijg ik nog een stortvlaag met hagel cadeau als welkomstgroet. Helemaal verkleumd sta ik uitgebreid onder een hete douche. Ik heb zelden zo genoten van een douche.

Mijn kamertje is dik ok. In de badkamer kan ik mijn kleren uitwassen, en gezien de verwarming werkt krijg ik ook nog alles droog tegen morgen. Het avondeten is sober maar voldoende en lekker, en dat voor een habbekras. Ik ontmoet er de tweede caminero op mijn pad: Thomas uit Leuven. Op zoek naar nieuwe horizonten voor zijn leven. De gastvrouw belooft ons stempelboekje niet alleen af te stempelen maar ook nog eigenhandig te voorzien van een schilderijtje. Ik ben benieuwd.

Al bij al heeft de ervaring van vandaag me geleerd dat het toch belangrijk is bij dit soort rotweer onderdak te zoeken en je spullen te laten drogen. Niks gevaarlijker onderweg dan in klamme kleren rond te hossen.


Indien gewenst kan je je steentje bijdragen via een overschrijving op rek. nr. BE79 1030 8321 2833, met volgende drie opties:

  1. Wil je mijn camino financieel steunen, vermeld dan ‘Compostela’.
  2. Wil je Samenzorg steunen, vermeld dan ‘Samenzorg’. (www.samenzorg.nu)
  3. Wil je Vrijland steunen, vermeld dan ‘Vrijland’ (www.vrijland.be)